Categorieën
cultuur

Paradijselijke promotie

De mooiste boom stond deze kerst niet op het plein van de stad, maar op een bladzijde in de krant. Daar stond, nog vóór kerstavond, op 23 december 2016,  een advertentie van De Bezige Bij. Dat was in NRC Handelsblad, en paginagroot.

Net voordat ik naar bed ging en de cultuurbijlage bij het oud papier wilde gooien, zag ik daar, op de achterkant van die bijlage, die advertentie. Was krantenpapier wit geweest, dan stond daar tegen een sneeuwwitte achtergrond een grote kerstboom, met bovenin de piek. De piek was rood, een rode bij, het scharlaken logo van de uitgever. De boom was gesierd met woorden, woorden in plaats van takken met naalden. Ik las van bovenin ‘Ik’ tot onderin ‘dromen’ en ging toen – verlicht – slapen.

De meeslepende  woorden van de advertentie staan ook op de eerste tekstpagina van de nieuwste roman van Marcel Möring, Eden. Ook daar vormen de groengezette woorden een boom, geen den, geen spar, maar zoals een kind ’m tekenen zou. Ik las verder, maar niet heel veel, want het boek verschijnt pas op 5 januari. Op de webstek van De Bezige Bij staat een fragment dat nieuwsgierig maakt naar de rest.

Niet eerder beleefde ik zoveel genoegen aan een advertentie. Aan talloze heb ik me geërgerd door hun nietszeggendheid, ik heb grappige gezien en mooie, sommige waren scherp en enkele confronterend, maar ontroerend mooi, dat zag ik niet eerder. Afgezien van de foto van het omslag, waarvan de plek een beetje ongelukkig is, is dit een volmaakte advertentie: timing, vorm & inhoud, beter kan niet. De advertentie ís het product – het boek, al is het slechts de eerste bladzijde.

Marcel Möring bleef bij De Bezige Bij – na de rel rondom het verschijnen van Dyab Abou Jahjah’s Pleidooi voor radicalisering. Maar dan de andere auteurs van De Bezige Bij –degenen die nooit wilden vertrekken  – krijgen die net zo’n formidabel eerbetoon als straks hun nieuwe werken verschijnen? En zie het maar eens te evenaren. Ieder jaar opnieuw een geletterde kerstboom zou afgezaagd zijn, en alleen met kerst is te weinig bovendien. Maar ach, een kniesoor die daarop let.

Ik houd me aanbevolen voor een recensie-exemplaar, want ook de e-bookversie is ondanks negen links op de website debezigebij.nl nog niet binnen te halen.

— UPDATE • 5 januari 2017 —

Dank aan De Bezige Bij voor de toezegging mij een recensie-exemplaar te sturen. Na ontvangst zal ik het lezen en hier op mijn weblog bespreken.

— UPDATE 2 • 5 januari 2017 —

Hartelijk dank, Agnes Scheperkeuter van De Bezige Bij. Eden is zojuist door de postbode bezorgd. Ik ga lezen!

Categorieën
cultuur

Panorama Rieder

Waar was Waldo? Geen idee, want: wie wás Waldo? Over Waldo las ik voor het eerst op een Amerikaanse website. Het zal een terloopse verwijzing zijn geweest om het ene met het andere te vergelijken. Inmiddels weet ik wie Waldo is (al jaren ondertussen). Engelse kinderen zoeken naar Wally en – weet ik sinds een paar minuten – Nederlandse kinderen ook. Wally (Waldo) is een uit de kluiten gewassen jongen met een rood-witgestreepte trui, een bril en een muts. Goed herkenbaar, zou je denken, maar de lol zit ’m in goed moeten zoeken om hem te kunnen vinden op de volgepropte tekeningen van de Britse Martin Handford.

Voorgevels Waar is Ludwig?
Voorgevels Waar is Ludwig? – Foto: Jeroen Teeuwisse

Waar is Ludwig? Ook die is zoek en oma wil weten waar-ie is. Ludwig is haar kat en oma gaat van grachtenpand naar grachtenpand om hem te zoeken. Wil je mee zoeken, ga dan naar de boekwinkel tijdens deze Kinderboekenweek, die duurt nog tot en met zondag 16 oktober. Daar vind je het prachtige, geweldige prentenboek van Floor Rieder, voor € 7,95. Het is een leporello*, een zigzaggevouwen boek dat uitgevouwen een straatje van tien grachtenpanden is, met onderaan een tweeregelig rijm. Als je de huizen voorbij bent ‘gewandeld’, dan ga je achterom en kijk je binnen in al die bijzondere woningen. Het gedicht gaat hier verder tot je weer terug bij oma’s huis bent.

Binnenskamers in Waar is Ludwig? – Foto: Jeroen Teeuwisse
Binnenskamers in Waar is Ludwig? – Foto: Jeroen Teeuwisse

Iedere pagina is volgetekend in de voor Floor Rieder zo kenmerkende stijl die lijkt op linodruk. Het is een feest voor de ogen en ook voor de handen. De leporello is gedrukt op zwaar papier (of dun karton), en op een flink formaat: ieder grachtenhuis is 20 cm breed en liefst 35 cm hoog. Het pakt lekker beet, met z’n tuitgevel en bovenaan een uitgestanst rondje (zonder raam, want in het echt bedoeld voor een hijsbalk). Je kunt het al zigzaggend op kast of tafel zetten of in een kring en als je dan zo vanaf boven binnenin rondkijkt is het een beetje zoals Panorama Mesdag. En door te zoeken naar de kat, die je aan de achterkant in ieder huis tegenkomt, is Panorama Rieder ook een intiem en romantiserend portret van het Amsterdamse stadsleven.

Leporello’s zijn niet nieuw, maar deze vorm is heel bijzonder. Meestal is een leporello gewoon een lange strook papier die gevouwen wordt om die strook hanteerbaar te maken. Maar hier komen vorm en inhoud volmaakt samen, iedere vouw scheidt het ene van het andere huis en dan is de achterkant van het papier ook nog eens de achterkant van het huis. Dit kan niet beter. Floor Rieder is niet de eerste om grachtenhuizen af te beelden op een leporello, maar zij overtreft wel alle anderen (zoek op accordion house of amsterdam concertina house).

Ik moest niet alleen aan Waldo denken bij het bekijken van Waar is Ludwig?, ook aan Edward Ruscha. Die publiceerde in 1966 een leporello waarop zijn foto’s staan van alle huizen op de Sunset Strip, een beroemde straat in Hollywood. Bovenaan de pagina alle huizen aan de ene kant van straat, onderaan (en op z’n kop) de huizen aan de tegenoverliggende kant.

Aan het eind van Waar is Ludwig? is Ludwig terecht, thuis bij oma. Daar kan-ie maar beter blijven, en als-ie dan toch naar buiten moet, dan met een belletje om zijn nek. Zodat vogels en knaagdieren uit de kaken van de kat blijven, aldus Pete Marra in zijn boek Cat Wars. The Devastating Consequences of a Cuddly Killer (afgaande op een interview in NRC Handelsblad van dinsdag 4 oktober 2016)

* Leporello’s danken hun naam aan de gelijknamige knecht van Don Giovanni, de vrouwenverslinder in de opera van die naam van Mozart. Alle verslonden vrouwen schreef Leporello op een lijst, een zeer lange lijst, die daarom als een harmonica werd opgevouwen. Hoe lang was die lijst? Zo lang dat er de namen op konden van zeshonderdveertig Italiaanse vrouwen, tweehonderdeenendertig Duitse vrouwen, honderd uit Frankrijk, eenennegentig Turksen en alleen in Spanje al duizend en drie.
Zelf zou ik aan één zig en één zag genoeg hebben.